Evangelisten en Katholieken
Gisteren nog stuurde ik een mail naar mijn peter, waarin ik zei dat ik nog steeds niet heb kunnen of durven spreken over de religie. Men gelooft hier in het bestaan van God als in het eten van maïs. Vanmiddag is daar echter verandering in gekomen, na een genuanceerd en best wel leuk gesprek met de locals!
De architect
Deze voormiddag ben ik met Gustavo en Fredy, de gewoonlijke collega's, maar ook met Enma, la jefa, naar Sícabe getrokken, op bezoek bij don Moisés. Samen met een tiental boeren, een architect en diens handlangers maakten we plannen om een perceel te zetten. Dit huisje zou dienen om zaden te kweken. Na de besprekingen aten we allemaal samen ayote con helote, één van de traditionele gerechten. De beste vertaling die ik kan geven is pompoenmoes met een gekookte maïskolf.
Na bijna tien minuten onafgebroken gesproken te hebben over grappige zaken die hij ooit meemaakte, richtte de praatgrage architect zijn aandacht op mij, de buitenlander. Hij vroeg naar het geloof in België. Ik antwoordde dat het merendeel gedoopt en dus christen is, maar dat de meesten niet geloven in God. Vervolgens kwam de vraag of ik een kerkganger ben. Aangezien ik niet gedoopt of in een andere officiële religie ingewijd ben zei ik dat ook ik atheïst ben (ook al vind ik dat een verschrikkelijk woord). Het werd muisstil aan de lage, lange tafel. Het was geen stilte van afkeer of misprijzen, maar een stilte van nieuwsgierigheid. Men had namelijk nog nooit een atheïst gezien of gesproken, laat staan er een middagmaal mee gedeeld! Mijn tafelgenoten stelden eerst voorzichtig en vervolgens gretig de ene na de andere vraag. Ze waren erg geïnteresseerd in mijn antwoorden. Spijtig dat mijn Spaans me niet heeft toegelaten alles te vertellen dat ik wou, ik heb namelijk nogal een uitgebreide mening over religie. Nadat de vragenrace was afgelopen vond onze vriend de architect de gelegenheid nog een van zijn vele verhalen te vertellen. Hij zei dat hij ooit een atheïst gekend heeft. Hij was aan kanker gestorven.
In tegenstelling tot wat ik gelezen heb over de Guatemalteekse kijk op godsdienst vond ik dat deze heren wél open zijn, en met respect op andere religies kijken. Dat gaf me dan ook het vertrouwen te vragen wat ze zouden vinden moest ik niet "atheïst', maar jood, moslim of boeddhist zijn. Er werd geantwoord dat dat allemaal niet uit zou maken. Ook werd mij verteld dat het belangrijkste niet het geloven in God is, maar wel het navolgen van de christelijke waarden, een stelling waar ik graag akkoord mee ga.
Nu, aangezien ik dit enkele weken later schrijf, weet ik dat dit een ongelofelijk tolerante groep heren was. Ongeveer twee derden van de Guatemalteken zijn evangelische kerkgangers. Ze vermijden liever conversaties met katholieken. Wanneer een katholiek persoon spreekt in een kerk, verlaten alle evangelisten dit heilig oord. Want ketters zijn het, die katholieken. Ik zal toch een beetje voorzichtig blijven met het vertellen dat ik nooit doopwater op mijn voorhoofd gevoeld heb. Wat andere godsdiensten betreft, men kent deze totaal niet. Zelfs de priesters weten niet dat boeddhisten oranje kledij dragen, dat joden de grote slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog waren en wat het verschil is tussen halal en haram.
Ze is en blijft een vrouw
Enma was dus mee op dit bezoek. Zij is niet alleen de leidster van DIFAM, maar ook is zij een vrouw. Dit wilde vanmiddag zeggen dat alle mannen, ook degenen die voor haar werken, konden gaan zitten terwijl zij en de andere vrouwen ons naar wenken bedienden. Pas wanneer de laatste man eten en drinken had, mocht zij het hare halen en haar erbij zetten. Er is nog een lange weg te gaan naar gelijkheid tussen de seksen.